Samen een woning aankopen als nieuw samengesteld gezin

18 februari | Kennis van wonen

Vandaag de dag komen nieuw samengestelde gezinnen alsmaar vaker voor. Hiervan is sprake wanneer minstens één van beide partners minstens één kind heeft uit een vorige relatie. Deze nieuw samengestelde gezinnen gaan in de meeste gevallen ook onder hetzelfde dak leven, en eventueel samen een nieuwe woning aankopen. Bij de aankoop van zo’n nieuwe gezinswoning, gaan de partners mekaar vaak willen beschermen voor het geval dat één van de partners komt te overlijden. Ze willen namelijk dat de langstlevende in de gezinswoning kan blijven wonen na het overlijden. Dit kunnen ze doen door wettelijk te gaan samenwonen, door te huwen of door een testament te laten opstellen. Indien ze geen actie ondernemen, zullen de regels van de wettelijke erfopvolging worden toegepast.

Wettelijke samenwoning

Wanneer de partners wettelijk samenwonend zijn, en één van hen komt te overlijden, zal de langstlevende partner het vruchtgebruik krijgen over de gezinswoning, waardoor hij of zij hierin kan blijven wonen. Dit wil ook zeggen dat, indien de overledene kinderen heeft, deze het volledige eigendomsrecht en gebruik over de woning pas zullen krijgen na het overlijden van de langstlevende partner.

Huwelijk

In geval van huwelijk geldt ongeveer hetzelfde als bij wettelijke samenwoning. Het verschil is dat de langstlevende echtgenoot meer zal erven dan de langstlevende (wettelijk samenwonende) partner, daar de langstlevende echtgenoot niet alleen het vruchtgebruik krijgt over de gezinswoning, maar over de volledige nalatenschap van de overledene. Dit heeft opnieuw gevolgen voor de kinderen van de overledene, gezien zij pas volle eigenaar zullen worden van de nalatenschap na het overlijden van de langstlevende echtgenoot.

Om de kinderen uit de eerste relatie niet te benadelen en hun erfrechten veilig te stellen, kunnen gehuwden er anderzijds ook voor kiezen om in hun huwelijkscontract een afwijking te voorzien op bovengenoemde regeling. Zo kunnen ze bijvoorbeeld een beding toevoegen aan de huwelijksovereenkomst, waardoor de nieuwe huwelijkspartner in geval van overlijden gedeeltelijk onterfd wordt en afziet van de wettelijke reserve, ten voordele van de kinderen uit de eerste relatie. Zo’n clausule is ook bekend als een Valkeniersbeding. Het gevolg hiervan is dat het vruchtgebruik toch niet toekomt aan de langstlevende echtgenoot, en deze stap dus als het ware wordt overgeslagen. De enige uitzondering hierop, is dat de langstlevende echtgenoot gedurende minstens 6 maanden na het overlijden in de woning moet kunnen blijven wonen. Een andere beschermingsmaatregel voor de niet-gemeenschappelijke kinderen is de omzetting van het vruchtgebruik, waarbij de kinderen uit de eerste relatie na het overlijden van hun ouder eisen dat de langstlevende echtgenoot zijn of haar vruchtgebruik afstaat, in ruil voor een vergoeding. De langstlevende echtgenoot kan hier in principe niets tegenin brengen wanneer het geëist wordt, behalve wanneer het gaat over de gezinswoning.

Testament

De partners van een nieuw samengesteld gezin kunnen er ten slotte ook voor kiezen om zelf (in bepaalde mate) een regeling uit te werken, en dit door middel van een testament. Hierbij dient wel rekening te worden gehouden met de wettelijke reserve van de kinderen uit de eerste relatie en (eventueel) van de nieuwe huwelijkspartner. Indien de partners willen dat hun pluskinderen ook iets zullen erven na hun overlijden, kan dit trouwens enkel via een testament bewerkstelligd worden.

Ook interessant