Gelukkig hoef je geen angst te hebben wanneer je een woning op plan koopt, en dat is te danken aan de Wet Breyne. Deze wet werd in 1971 ingevoerd en biedt strikte en dwingende bescherming aan kopers van nieuwbouwwoningen in oprichting. De Wet Breyne beschermt de particuliere koper, de consument, tegen de ontwikkelaar en met name onder meer tegen een mogelijk faillissement van deze laatste. De ontwikkelaar is verplicht om deze wet strikt na te leven, aangezien het wettelijke bepalingen van dwingend recht betreffen. Makelaars en notarissen zorgen er ook voor dat verkoopcontracten voldoen aan de verplichte vermeldingen en bepalingen van de wet.
De Wet Breyne voorziet in een aantal garanties waar de koper van kan genieten om gepaste bescherming te bieden. Voordat je de onderhandse koopovereenkomst ondertekent, moet de koper bijvoorbeeld alle plannen, het lastenboek en alle administratieve documenten hebben ontvangen. Daarnaast zijn er strikte regels met betrekking tot de betaling. Er kan slechts een beperkt voorschot van 5% worden gevraagd, de totale prijs van het project moet vooraf worden bepaald en in de overeenkomst moet worden vermeld of deze prijs al dan niet vatbaar is voor indexering. De verkoper kan dus niet eenzijdig besluiten om de prijs van het project gedurende de looptijd zomaar te verhogen. Bovendien moet er na het verlijden van de notariële akte een strikt betalingsschema worden gevolgd. Je betaalt dus niet de volledige woning in één keer maar wel in schijven in functie van de voortgang van de werken.
Een essentieel onderdeel van de bescherming die je als koper van een woning in opbouw geniet, is dat je de woning in termijnen betaalt. Bij het verlijden van de akte betaal je sowieso de volledige grondwaarde, maar het overige bedrag hangt af van de voortgang van de bouwwerken. Er worden van tevoren betalingsschijven vastgesteld in de overeenkomst die gekoppeld zijn aan de voltooiing van bepaalde delen van de bouw, zoals de afwerking van de kelder of de storting van de vloerplaat. Pas nadat een bepaalde schijf is voltooid, bevestigd door de architect van het project met een attest, kan de bouwpromotor een factuur aan de koper verstrekken. Dit alles is bedoeld om ervoor te zorgen dat de koper niet betaalt voor zaken die nog niet zijn gerealiseerd.
Maar wat als de bouwpromotor failliet gaat tijdens de bouw van het project? Ook voor deze situatie heeft de Wet Breyne voorzieningen getroffen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen erkende aannemers, vaak grotere en kapitaalkrachtigere bedrijven, en niet-erkende aannemers.
Een erkende aannemer is verplicht om een borgsom van 5% van de totale prijs van het bouwproject te volstorten bij de deposito- en consignatiekas. Als er iets misgaat, kan de koper deze 5% opeisen.
Een niet-erkende aannemer moet een grotere zekerheid stellen in geval van faillissement. In dat geval zijn er twee mechanismen: de voltooiingswaarborg en de terugbetalingswaarborg. Bij de voltooiingswaarborg zal de bank of verzekeringsinstelling een bedrag vrijmaken om het project alsnog te voltooien als de aannemer failliet gaat. Bij de terugbetalingswaarborg krijgt de koper alle betaalde bedragen terug in geval van faillissement.
Zodoende zijn er heel wat zekerheden bij wet voorzien voor een koper van een woning in opbouw onder de wet Breyne. Bovendien koop je iets compleet nieuws, met de nieuwste technieken en voldoet de woning aan alle huidige (energetische) normen. Mocht er toch iets mis zijn (kleine “mankementen”), dan kan je nog tot een jaar nadat je de woning hebt betrokken, rekenen op de garantie dat de promotor het probleem voor je dient op te lossen. Zelfs daarna ben je nog 10 jaar beschermd tegen eventuele (grote) constructiefouten. Als kers op de taart is een nieuwbouwwoning ook direct instapklaar, zonder dat je nog verbouwingen hoeft uit te voeren is beantwoordt deze volledig aan jouw wensen en voorkeuren.